Duurzaam beleggen: goed voor het milieu én de portemonnee
Een zo hoog mogelijk rendement; dat is wat beleggers traditioneel altijd hebben nagestreefd. Maar steeds vaker willen zij hun geld ook op een duurzame en verantwoorde manier investeren, al is een goed rendement nog steeds belangrijk. In duurzaam beleggen zijn er verschillende smaken.
- Duurzaam beleggen kost geen beleggingsrendement
- Forse groei van duurzame beleggingen in Nederland
- Verschillende vormen van duurzaam beleggen: van uitsluiting van foute bedrijven tot beleggen in de hernieuwbare energiebronnen zoals windmolens
Nederland heeft een voortrekkersrol in duurzaam beleggen. Vooral pensioenfondsen hebben een grote rol gespeeld in de bewustwording dat er bij beleggen ook ethische en duurzame overwegingen moeten meespelen. Een belangrijke waterscheiding was de affaire rond beleggingen in clustermunitie door pensioenfonds ABP in 2007. Dit leidde tot grote maatschappelijke ophef en grote beleggers zoals pensioenfondsen en verzekeraars gingen een duurzamere koers varen.
Vormen van duurzaam beleggen
Uitsluiting: niet in ‘foute’ bedrijven
Nederlandse particulieren stappen al zeker 25 jaar in duurzame fondsen. Toen betrof het nog een kleine groep duurzame beleggers, die vooral niet in ‘foute’ bedrijven wilde beleggen, zoals olie- wapen- of tabaksbedrijven. De kern was het vermijden van vervuilende bedrijven in de beleggingsportefeuille - dat heet uitsluiting - en het opnemen van bedrijven met een duidelijk duurzaam karakter zoals bijvoorbeeld windmolenproducent Vestas.
Best-in-class benadering
Later kwam er de strategie dat je ook in vervuilende of minder duurzame sectoren kon beleggen, zolang je in die sector in de duurzaamste bedrijven investeerde. Om die bedrijven een duwtje in de rug te geven en om te zorgen dat concurrenten ook een duurzamere koers gingen varen. Dat heet de best-in-class benadering. Steeds meer bedrijven zijn mede door deze druk inderdaad overgestapt naar een beleid met meer oog voor mens en milieu. Denk aan oliemaatschappijen als Total die ook in andere, duurzamere energiebronnen gingen investeren.
Impactbeleggen
Veel duurzame beleggingen zijn een mix van uitsluiting en de best-in-class benadering. De laatste jaren is er een derde vorm van duurzaam beleggen bijgekomen, waarbij beleggers zich concentreren op het effect op mens en milieu van een investering. Wat levert een belegging van 1000 euro in een beleggingsfonds, in een specifiek bedrijf of in een duurzaam project nu echt op? Hoeveel schoner wordt het oppervlaktewater, in welke mate herstelt het de biodiversiteit, hoeveel C02-uitstoot scheelt het en hoeveel bomen zijn er daadwerkelijk geplant?).
Deze vorm van duurzaam beleggen heet impactbeleggen. Het richt zich op de ‘groene’ opbrengst van een belegging en probeert die opbrengst ook te meten. Beleggers weten dan na een jaar niet alleen hun financiële rendement – dat zien ze op hun bankrekening – maar ook wat er met hun investering is bereikt voor mens en milieu.
Beleggen in de energietransitie
Deze vorm van duurzaam beleggen is in de hand gewerkt door de noodzaak om het gebruik van fossiele brandstoffen te beperken en over te schakelen naar duurzamere vormen van energie, zoals zonne-energie en windenergie. Deze energietransitie is belangrijk voor de aanpak van de opwarming van de aarde.
Met windenergie hebben we in Nederland de meeste ervaring, onder meer omdat er al tientallen jaren windturbines worden gebouwd en geplaatst. Ook in Duitsland is er stevig op windenergie ingezet. De technologie van windmolens en de energieproductie is steeds beter geworden. Bij deze energieprojecten is de impact goed zichtbaar, bijvoorbeeld in termen van opgewekte duurzame energie en de besparing aan CO2-uitstoot.
Steeds meer duurzame beleggingen beschikbaar
Door de enorme steun van overheden, bedrijven en burgers aan de energietransitie, komen er steeds meer duurzame beleggingen beschikbaar. Beleggers konden altijd al beleggen in aandelen van bijvoorbeeld bedrijven in alternatieve energie. Tegenwoordig zijn er echter ook hightech bedrijven zoals Tesla, de producent van onder meer elektrische auto’s. Steeds meer beleggingsfondsen zetten hun vermogen duurzaam uit, er zijn groene obligaties waarmee beleggers geld lenen aan duurzame bedrijven en ook buiten de beurs om zijn er steeds meer beleggingsinitiatieven die zich richten op de aanpak van klimaatverandering. Ten slotte zijn er in Nederland ook zogeheten groenfondsen die een fiscaal voordeel bieden.
Sinds 2011 is het duurzaam belegde vermogen door Nederlandse particulieren dan ook verdubbeld naar zo’n 30 miljard euro, zo blijkt uit een onderzoek van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO). Dat is inmiddels zo’n 19 procent van het totaal belegde vermogen van Nederlandse particulieren. In 2011 was dat nog 7 procent.
Richtlijnen voor beleggers
Het is tegenwoordig mogelijk om in vrijwel alle beleggingscategorieën – van aandelen tot obligaties – duurzaam te beleggen. Wel moeten beleggers letten op de mate van duurzaamheid als ze een belegging uitkiezen. De definitie kan per belegging anders zijn en ook de doelstellingen zullen verschillen.
Voor beleggers zijn er wel nuttige richtlijnen. Een voorbeeld daarvan zijn de zogeheten ESG-scores voor bedrijven en beleggingsfondsen. ESG staat voor environmental, social & governance: milieu, mens en een goed ondernemingsbestuur. Veel bedrijven rapporteren inmiddels naast de financiële cijfers ook op basis van deze ESG-criteria.
Voor beleggers in beleggingsfondsen legt researchbedrijf Morningstar ruim 50.000 van deze fondsen langs de meetlat met de zogeheten sustainability rating, een onafhankelijke en breed toepasbare graadmeter voor duurzaamheid. Uiteindelijk komt het er voor beleggers echter op aan om te kiezen voor die duurzame insteek die het meeste overeenkomt met de eigen overtuiging.
Duurzaam beleggen: een win-winsituatie
Leidt duurzaam beleggen uiteindelijk ook tot hogere financiële rendementen? Met de komst van steeds meer duurzame beleggers, is het antwoord op die vraag steeds belangrijker geworden. Aan de ene kant is er de redenering dat bedrijven of projecten die slecht met mens en milieu omgaan, uiteindelijk geen goede financiële resultaten boeken. Daarmee zijn ze ook financieel een minder goede belegging. Aan de andere kant kan het volgen van allerlei sociale en duurzame richtlijnen ook tot extra kosten leiden.
De rode draad in de academische onderzoeken is dat duurzaam beleggen uiteindelijk in ieder geval geen rendement kost, soms zelfs extra rendement oplevert, aldus Richard Jacobs, hoofd Client Services bij WindShareFund. ‘Wat wij echter zien bij beleggers die in ons project rond de energietransitie stappen, is dat ze vooral blij zijn dat ze een bijdrage kunnen leveren aan een mooi streven. Dát staat voorop. Dat ze daarboven ook nog rendement behalen, maakt het tot een win-winsituatie.’